Wat wilden we daarvoor doen? | Wat hebben we daarvoor gedaan? | |
Het kader voor onze inzet voor het openbaar vervoer in de komende jaren is het Toekomstbeeld Openbaar Vervoer. Op 17 juni 2019 heeft het Utrechts Verkeer- en vervoer Beraad (UVVB) hiertoe het ontwikkelperspectief Midden-Nederland 2040 vastgesteld. In 2020 wordt een start gemaakt met de concretisering van de ontwikkelrichting. | ||
1. | In december 2019 worden een groot aantal wijzigingen doorgevoerd in het buslijnennet in Nieuwegein. In 2020 zullen wij samen met U-OV en de provincie Utrecht de nieuwe dienstregeling evalueren en daar waar nodig aanpassingen voorstellen. Speciale aandacht hierbij gaat uit naar de verbindingen met het Utrecht Science Park, Rijnhuizen en de verbinding tussen Vreeswijk en City. | De corona-crisis heeft in 2020 een behoorlijke impact op het gebruik van het openbaar vervoer gehad. Bussen en trams vervoeren een fractie van het normale aantal reizigers. Evalueren van de in december 2019 ingevoerde dienstregeling heeft daarom pas zin als de situatie genormaliseerd is. |
2. | In het kader van groot onderhoud aan de tramlijn (traject Centrum en centrum IJsselstein) en de verlaging van de perrons rijdt de tram niet in de zomer van 2020 (gedurende circa 12 weken). Wij zullen in overleg met U-OV bewerkstelligen dat adequaat tramvervangend busvervoer wordt aangeboden aan onze inwoners. | Door de beperkende maatregelen ten gevolge van de corona-crisis en door problemen met de indienststellingsvergunningen is de tram pas in januari 2021 weer gaan rijden op het traject Utrecht CS - Nieuwegein Zuid. Het traject Nieuwegein Stadscentrum – IJsselstein is in maart 2021 weer in gebruik genomen. Gedurende de gehele tramloze periode werden vervangende bussen ingezet conform de afspraken die wij hierover met de provincie en U-OV hebben gemaakt. |
3. | In 2020 start de U10 met de verkenning ‘versnelling SUNIJ-lijn’. Nieuwegein krijgt een belangrijk rol in deze verkenning. | De verkenning is opgeschaald naar een ’quickscan naar OV varianten voor de zuidlob van de regio Utrecht’. De resultaten van de studie zijn in juni 2020 opgeleverd en worden meegenomen bij de MIRT verkenning OV en wonen in de regio Utrecht. |
4. | In 2020 wordt in Nieuwegein een begin gemaakt met het aanbieden van deelfietsen. Er komen twee locaties waar deze fietsen worden aangeboden, bij De Liesbosch (N408) en bij Het Klooster. Het project wordt gesubsidieerd door de provincie. Nieuwegein is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van fietsparkeermogelijkheden op het kruispunt Waterliniedok-Inundatiedok. | Het project is door de provincie on hold gezet. De locatie op het Waterliniedok (Het Klooster) is niet meer relevant omdat er, naar aanleiding van onze zienswijze op de consultatieversie van het vervoerplan 2020, Het Klooster toch een buslijn heeft behouden die het gebied inrijdt. Deelfietsen op deze locatie hebben hierdoor geen meerwaarde. |
5. | Door het aanbieden van deelfietsen op beide bedrijventerreinen wordt het voor werknemers en bezoekers aantrekkelijker om per openbaar vervoer naar beide bedrijventerreinen te reizen. Vanaf de bushalte aan de rand van het bedrijventerrein kunnen zij met de deelfiets snel op de plek van bestemming komen. | Op basis van ervaringen met deelfietsprojecten elders in de regio heeft de provincie Utrecht recentelijk aangegeven te twijfelen aan de levensvatbaarheid van een project met 50 deelfietsen op de N408 ter hoogte van De Liesbosch. De provincie onderzoekt nu of een project met een kleiner aantal deelfietsen haalbaar is. Hiervoor zal de subsidiebeschikking die aan de leverancier/exploitant van de deelfietsen is verleend moeten worden aangepast. |