Liquide middelen | Boekwaarde 31-12-2020 | Boekwaarde 31-12-2019 | |||
(x € 1.000) | |||||
---|---|---|---|---|---|
Kassaldi | 1 | 3 | |||
Banksaldi | 761 | 237 | |||
Totaal | 762 | 240 |
Ontwikkeling EMU-saldo
Het EMU-saldo geeft het saldo van de inkomende en uitgaande geldstromen die daadwerkelijk in het kalenderjaar 2020 hebben plaatsgevonden. Dit is de wijze waarop de landen in de Eurozone hun EMU-saldo berekenen en waarover begrotingsafspraken zijn gemaakt (3%-norm). In het bestuurlijk overleg tussen onder meer het ministerie van Binnenlandse Zaken en de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) is afgesproken dat het Rijk en de lokale overheden gezamenlijk werken aan het beheersen van het EMU-tekort.
Het EMU-saldo heeft een vergelijkbare functie als het kasstroomoverzicht in het bedrijfsleven. Het is wel van belang om het EMU-saldo in de juiste context te zien. Gemeenten maken voor hun boekhouding gebruik van een stelsel van baten en lasten. Hierdoor zegt het EMU-saldo van één jaar relatief weinig, omdat de uitgaven voor investeringen bijvoorbeeld in één jaar leiden tot een uitgave, maar in de exploitatie via de kapitaallasten leiden tot meerjarige lasten. Ook gaan in dit saldo toevoegingen aan voorzieningen ten laste van het resultaat, maar wordt de feitelijke uitgave pas gedaan bij besteding van de voorziening.
Omschrijving | Begroting 2020 | Rekening 2020 |
---|---|---|
Exploitatie vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) | -7.580 | 5.992 |
-/- Mutatie (im)materiële vaste activa | 7.454 | 683 |
+/+ Mutatie voorzieningen | 53 | 1.245 |
-/- Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) | -13.830 | 1.318 |
-/- Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa | 0 | 0 |
Berekend EMU-saldo | -1.151 | 5.236 |
Bedragen x € 1.000 |
Het positieve EMU-saldo over 2020 geeft aan dat we als gemeente via reële transacties afgelopen jaar € 5,2 mln. meer ontvangen hebben dan dat we hebben uitgegeven. Het verschil met de begrote stand is met name ontstaan doordat het volume van de investeringen in 2020 is achtergebleven bij de raming (lagere mutatie vaste activa). Daarnaast ontstaat er een verschuiving in de berekening als gevolg van het voordelige resultaat uit de grondexploitaties. Daardoor is het exploitatiesaldo voor bestemming hoger dan geraamd en is dat ook terug te zien in de mutatie van de voorraden. De voorzieningen zijn per saldo meer toegenomen dan in de begroting geraamd.